Alle kleding, handdoeken, theedoek, lakenzakken worden verzameld en in de wasmachine gemikt. Het belooft vandaag mooi weer te worden, dus dan kan alles lekker drogen. Ik trek mijn t-shirt, long sleeve en mijn korte broek aan (beetje fris!), want dat is nog het enige schone wat ik heb. Onze Welshe buren bieden aan om hun droogrek te lenen. Wat lief! De droogrekken in het washok voldoen prima maar zo’n aanbod voor de buitenlucht sla ik niet af.

Als de was draait in de nieuwe machine (werkelijk alles op deze camping is nieuw), gaan we ontbijten en wat opruimen. Wanneer alles hangt gaan we op pad. Onze eerste doel vandaag is Osborne House, het zomerverblijf van Victoria en Albert. We werden overladen met pracht en praal, kitscherige en volle inrichting. Ik ben maar wát blij met onze redelijk rustige inrichting thuis. Maar de verhalen er achter kleurden ons bezoek. De medewerkers die in elke ruimte stonden, zaten vol met verhalen over hoe en waarom. Één van de dingen die het meest indruk op me maakte is de mal om de tafel te dekken met de juiste afstanden en de persoonlijke lift waar vanuit de kelder door twee mannen Victoria omhoog werd getrokken. Maar het toppunt vond ik de (regen)douche die Victoria had in haar “badkamer”: een claustrofobisch klein kamertje waar het water uit het plafond kwam. En dat terwijl het nog tot na WOII duurt voordat de douche standaard werd in een reguliere woning.

We gaan naar het restaurant om of even van deze bijzondere omgeving te genieten. Marc haalt koffie en ik zoek een plekje op het terras. Ik zie daar mensen het hele terras verbouwen. Van alle tafels moet een grote tafel worden gemaakt, en met alle stoelen wordt geschoven. Commotie alom als dat niet helemaal lukt. Ik gniffel als ik een (Oost-)Nederlands accent herken. Marc komt naar buiten met koffie en iets lekkers en een grote glimlach. “De dame voor me zei: Ga jij maar First. En tegen de caissière: We want samen payen, we are a groep. That easier for you.” Dezelfde groep dus.

We rijden met de bus via Newport richting The Needles. Na een uur hobbelen bovenin de bus waren we er eindelijk. Volgens Scott en Triny was het een must-see. Maar wij vonden het maar zozo. We hebben al een week over het platteland gereden met uitzichten met kliffen over zee, dus deze was niet heel erg bijzonder meer. Och nee, hier ook alweer pruttelauto’s, verzuchtte ik. Marc kijkt me vragend aan met wat ik daar mee bedoel. Er zou dit weekend een weekend met streetcar-races zijn op het eiland. Dat is in januari geannuleerd, maar mensen die waarschijnlijk niet meer hun accommodatie konden annuleren zijn toch gekomen. Overal ruik en hoor je deze auto’s (te hard) rijden met knallende uitlaten. Als die auto’s in stationair draaien pruttelen ze net als een motorboot. Marc moet om me lachen.

We lopen een rondje over het meest westelijke deel van het eiland. Ik heb het snel gezien, ik ben moe. In de bus terug naar Newport is het druk. Ik hoor overal gesprekken en ik kan me er niet goed voor afsluiten. Bijna terug in Newport stopt de bus omdat er een opstopping is. Er blijkt een motorrijder een ongeluk te hebben gehad en krijgt nu hartmassage. Politie, ambulance en ambulance helicopter zijn uitgerukt. De buschauffeur vloekt en spreekt (schreeuwt) de passagiers toe dat we een andere route gaan nemen naar Newport. Daarna breekt het rumoer los. Mensen gaan roepen, bellen en de dame achter mij zet haar telefoon op speaker, om met de andere kant te kunnen spreken. Ik heb het moeilijk maar ondertussen ga ik een beetje stuk van al het lawaai om me heen. Ik ben niet echt geschikt voor busritjes of openbaar vervoer. En ik weet nu weer waarom. De buschauffeur rijdt 700m achteruit om een andere weg in te kunnen slaan. In Newport nemen we de bus naar Ryde. Daar haalt Marc stokbrood en eitjes, we zijn allebei wel redelijk stuk en hebben geen zin meer in uit eten of een uitgebreide maaltijd.

De volgende dag leest Marc op internet dat de 64-jarige motorrijder in frontale botsing kwam met een busje en ter plekke is overleden. De weg is pas na middernacht weer geopend.

Terug op de camping is de was droog. Joepie! Ik begin de was op te vouwen en Marc start met het bakken van de eieren. We eten, pakken onze spullen in en nemen nog een lekkere douche en gaan slapen in een schone lakenzak. Het zijn zo van die kleine dingen die een fietsreis zo heerlijk aangenaam maken!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *