We slapen eerst maar weer eens uit, vanmorgen is het nog bewolkt. Vanmiddag pakken we de auto en rijden naar Ramsau om daar een wandeling te doen. Ik wandel als een malle door de sneeuw, ondanks mijn verkoudheid en kortademigheid merk ik dat de conditie- en krachttraining van de afgelopen 3 maanden vruchten heeft afgeworpen.
Op de terugweg van de wandeling nemen we plaats op het zonnige terras. De keuken is net dicht, dus helaas geen kaiserschmarren voor mij. Maar de Schiwasser gaat er prima in. Ik zwaai nog even naar de Kumpeneck, één van de bergen uit mijn jeugd en de enige die ik vanaf deze afstand herken.
Terug in het huisje kookt Marc en kijken we ‘‘s avonds een Zweedse serie. We weten van alle ongemak niet meer hoe we op de doorgezeten bank moeten zitten, dus daarna duiken we snel ons bed in.



