De ochtend begon goed. Alles weer georganiseerd in de tassen gestopt, ontbeten en weer op pad. Dag enorme biggen, dag guitige geitjes die elke dag gedag kwamen zeggen, dag kippies, dag kalkoen waarvan er eentje vlak voor we weggingen is ontsnapt, dag hondjes, dag fijne camping!
Onderweg naar St. Peter Port voel ik me niet lekker. Krampen in mijn buik maken het me moeilijk de heuvels op te komen. We fietsen nog een stukje langs de kust maar dat is van korte duur. Bij een ontzettend ranzige Dixi laat ik wat achter en bij een bankje ontdoe ik mezelf van het ontbijt. Gatver. In de hoofdstad doen we wat boodschappen en bezoek ik elk toilet dat ik tegen kom om er weer iets achter te laten. Overal is het druk en eigenlijk wil ik alleen maar liggen. Bij de haven weten we bankjes te staan. Marc haalt in de buurt koffie en ik doe een dutje terwijl we een uurtje moeten wachten om te kunnen inchecken op de boot.
We blijken niet de enige fietsende vakantiegangers die aan boord stappen, al gaan de andere fietsers (uit Canada) meteen door naar Frankrijk. We staan in de rij tussen de vieze, stinkende auto’s te wachten tot we de boot op mogen. We hebben geen volledig elektrische auto’s gezien op het eiland. Best we jammer, want het eiland leent zich er prima voor.
Op de boot zoeken we een rustig plekje waar ik wat stoei om de juiste houding te vinden om in slaap te vallen. Een uur later word ik gewekt dat we al in de haven zijn. Ik voel me al iets beter. Terwijl ik sliep heeft Marc een scone gegeten en er is er eentje over. De droge koek smaakt me redelijk en het is fijn om weer iets in mijn maag te hebben, ik voel me redelijk slapjes.
We zijn op Jersey! Hier wilde ik altijd nog eens heen. Jersey spreekt voor mij vooral in mijn verbeelding en herinnering. Vroeger als tiener heb ik de 89 afleveringen van Bergerac verslonden. Samen met mijn vader zaten ik op vrijdag- of zaterdagavond op de bank voor de televisie. Ik herinner me van de serie nog vrij weinig, behalve veel shots van een (rode?) oldtimer die over het eiland reed. Terwijl het nog lang duurde voordat ik jongens zag staan wist ik al wel: die John Nettles is een knappe man. Maar Midsommer Murders heb ik dan weer helemaal gemist. En een leuk detail: de dochter van John Nettles is hier echt agent (volgens wiki, dat wel).
Ennieweejs, Jersey dus. We schrikken een beetje van de drukte. Hoge gebouwen, veel auto’s, we moeten opletten waar we rijden. Vrij snel rijden we de stad uit waar het alweer rustiger wordt. De hoogtemeters vallen me zwaar op een lege maag, maar na een uur trappen bereiken we de camping. De eigenaresse is er niet. We worden door haar vader op een plek gewezen. Ik kan lachen om zijn humor en ik heb weer wat kleur op mijn wangen. Ook de rijst met zwarte bonen saus met biefstuk smaakt me prima. Ik ben er weer! Hoera!


