Marc is al vroeg wakker van de geluiden van de haven. Hij heeft het omroepen van de boot van 6 uur gehoord vanuit de tent. We waren redelijk op tijd op pad. Het bastion van Saint Malo lag om de hoek. Bovenop de stadsmuur aten we ons ontbijt wat we vlak daarvoor hebben gekocht. Na de koffie was het tij laag genoeg om naar een eilandje te lopen.
Wanneer we de stad uitrijden, komen we meteen op rustige weggetjes uit. Marc en ik kunnen eindelijk eens naast elkaar fietsen, dat hebben we tot nu toe nog weinig kunnen doen: te heuvelig landschap of te smalle wegen of drukke wegen om naast elkaar te kunnen fietsen. De route is vlak dus ondanks dat we pas 12.30 uur uit Saint Malo vertrokken, konden we toch een hoop kilometers maken.
Vlak voor Saint-Benoit-des-Ondes rijden we langs veel oesterboeren. Eentje had een automatiek dus pauzeerden we met oesters. We moesten ze nog wel even zelf open maken… Dus Marc zoekt een filmpje op YouTube op en ik probeer de schelp open te wrikken. Het lukt aardig om ze zonder gruis te kunnen eten. Maar ze waren heerlijk! Daarna rijden we verder over een prima fietspad. We wanen ons bijna weer in Nederland, met duingrassen en dijken langs de zee. Rond half 5 zien we veel trakteren en auto’s met de voorkant van een schip de drooggevallen zee af komen met ladingen oesters.
Het mooie fietspad wordt een grindpad en dat rijdt heerlijk. Vrij laat komen we op de camping aan, waar we eerst een ijsje nemen. Het is warm als je fietst en de hele dag de zon verraderlijk op je kleding schijnt.
De kampeerplekken zijn tot nu toe de beste die we hebben gezien. Er is een overkapping met daaronder tafels en stoelen (die we naar de zon slepen want in de schaduw is het koud), genoeg stopcontacten en zelfs USB-aansluitingen. En daarnaast unisex douches en toiletten, wel zo makkelijk met het aangeven van de toiletspullen







