Nog even op het vaste land

Ik was van plan om naar Whistler te rijden, maar halverwege de rit kwam ik Frans en Anja weer tegen op bij een uitzichtpunt. Onder het genot van een kop koffie besloten we nog een nachtje samen te kamperen en te gaan barbecueën bij Pemberton, een kilometer of 40 voor Whistler. Daar zouden we weer in een provinciaal park zitten waar vast mooie wandelingen te maken zouden zijn.De rit naar Pemberton toe was zonder twijfel de mooiste rit tot nu toe, hij overtrof zeker weten de Icefield Parkway. Ik reed tussen de bergen over kronkelende passen met na elke bocht weer een nieuw fantastisch uitzicht. Onderweg zorgden we er voor dat we tegelijk bij de supermarkt zouden zijn. Daar hadden we snel alles voor de barbecue gevonden. Alleen de barbecue zelf miste nog. Nadat ik de winkel twee keer door had gelopen, wilde ik het net aan iemand vragen. Juist op dat moment zag ik een schap vol met wegwerpbarbecues.Op de camping aangekomen heb ik een mooi plekje uitgezocht waar zowel mijn tent als de gigantische camper van Frans en Anja zou passen. Er was net geen uitzicht op de rivier, die plekken waren ofwel al gereserveerd, ofwel te klein. Maar, aan de rand van de camping, bijna midden in het bos was ook geen verkeerde plek. Via een paadje, net naast ons plekje, konden we toch nog bij de rivier komen. In dat snel stromende ijskoude water heb ik zo goed en zo slecht als het ging mijn kleding maar eens uitgespoeld.Ik zou sowieso twee nachten op deze plek blijven, en Frans en Anja hebben ter plekke ook besloten om nog een tweede nacht te blijven. Daardoor hadden we een hele dag om de omgeving wandelend te verkennen. Na een mooie wandeling langs de rivier naar een waterval zijn we de andere kant opgelopen, richting het dorp.Op een terrasje in de schaduw, want het was veel te heet om in de zon te zitten, hebben we gezellig geluncht, met daarbij een groot glas bier. Misschien was dat bier niet het beste idee, het smaakte heerlijk maar het zorgde er wel voor dat ik tijdens de volgende wandeling maar net genoeg had aan de liter water die ik bij me had.Deze wandeling liep over een paadje langs de bergrand met veel hoogteverschil. Tenminste, aan het begin liep de wandeling over een paadje. Dat paadje werd onduidelijker en onduidelijker, waardoor het steeds lastiger werd om te zien of we nog goed liepen. Uiteindelijk stond er toch een bordje dat naar beneden wees, waar de parkeerplaats bij de camping was.Dat naar beneden was nogal letterlijk, want een pad kon je het met goed fatsoen niet noemen. Steil naar beneden over keien en los gravel ging het. Hoe Anja het voor elkaar heeft gekregen om beneden te komen weet ik niet, maar ze liep met knikkende knieën vanwege haar hoogtevrees. Toch is iedereen heelhuids beneden aangekomen, waar we de spoorweg over moesten steken. Er reed maar twee keer per dag een trein, en de avondtrein zou pas over een paar uur komen. Dat kon dus veilig.Aan de andere kant van het spoor was het pad echt helemaal verdwenen, nu werd het echt struinen, waarbij we meerdere stroompjes tegenkwamen die soms wel, maar soms niet over te steken waren. Uiteindelijk konden we toch de weg weer vinden, en dat bleek op maar een paar meter van de camping te zijn.Na nog een gezellige avond bij de vuurkorf kon ik nog even in hun camper douchen, waarna we afscheid namen. Nu was het zeker dat we elkaar niet meer tegenkomen, we gingen nu een andere kant op.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *