Ja, inderdaad een Franse titel. Uiteindelijk heb ik nog 1 1/2 dag in Engeland gefietst, maar het slechte weer was ook daar aangekomen. Ik had erg zin in wat warmte en minder regen. Eigenlijk vond ik Engeland te gejaagd, te snel en te netjes. Als ik langer dan 30 seconden op koffie moest wachten kreeg ik al tienmaal excuses voor de vertraging, overal hangen bordjes wat je wel en vooral wat je niet mag doen en eigenlijk had ik gewoon heel erg de behoefte aan Frankrijk. Zo sliep ik de nacht van zaterdag op zondag dus opeens in een hut van de boot van Plymouth naar Roscoff, Bretagne. Op die boot ging het er al Frans aan toe, lekker relaxed en omroepberichten in Allo Allo-taal.
In Frankrijk besloot ik eerst de kust van Bretagne te volgen. De eerste dag was heerlijk, wel wat wind maar zon en enorm mooie rotsenkusten. De camping was een verhaal apart, daar komt ook de titel van dit verslag vandaan. De campingbaas sprak een paar woorden Engels, en vertikte de rest in het Frans te zeggen waardoor zijn zinnen, op zijn simpelst gezegd, nogal onvolledig waren. Voor de rest van de woorden probeerde hij gebaren te gebruiken. Toen ik ging douchen bleek het water niet warm te worden. Volgens de campingbaas: ‘No ot water? C’est…’ en weer een hoop gebaren. Hij heeft elke deur in het toiletgebouw geopend, volgens mij een aantal boilers met hamers bewerkt, maar na een minuut of tien was hij het eens: ‘No ot water. (twee vingers tonend) hour …. Allez!’ en hij wenkte me mee te komen. Toen begon zijn Monsieur Haricot-act, de Franse versie van Mister Bean. Hij haalde uit de receptie een gigantische sleutelbos waarvan de vijfde sleutel die hij probeerde op een bouwkeet paste, waar weer een sleutelbos uit gehaald werd die op een schuurtje paste, waar weer een sleutelbos uitgehaald werd van weer een andere bouwkeet. Geen idee wat hij van plan was bleef ik hem volgen. De laatste sleutelbos bleek van de stacaravans te zijn, waar ik mocht douchen. Bij de derde caravan had hij uiteindelijk een passende sleutel gevonden.
De volgende dag was het weer helaas toch weer omgeslagen en regende het de hele ochtend, dat samen met een stevige westenwind. Helaas fietste ik naar het westen. ’s Middags klaarde het gelukkig toch weer op en heb ik lekker op de camping kunnen lezen. Helaas niet al te lang, want mijn ereader heeft die avond besloten dat hij ook aan vakantie toe was. Behalve een rood lampje dat drie keer knippert doet hij niets meer, er staat nog een halve pagina in beeld. Ook na opladen – al was hij als het goed is zo goed als vol – en resetten deed hij niets meer. Dat is na mijn achtertas de eerste dag in Nederland en mijn fietssandalen in Ierland het derde ding dat kapot gegaan is deze reis. Gelukkig heb ik een internetbundel op mijn telefoon genomen en zo kon ik kijken waar ze ergens ereaders verkochten. Het bleek dat FNAC in Brest, waar ik doorheen zou fietsen Kobo-ereaders verkocht. Twee dagen later had ik dan weer een ereader, en gelukkig stonden de boeken zelf op het sd-kaartje, dus die kon ik overzetten.
Het weer was ook weer beter geworden, en de wind was lekker geworden want op een gegeven moment kan je niet verder naar het westen fietsen omdat het dan heel nat wordt. Met de wind in de rug en met nog enkele kleine buitjes maar voor de rest lekker weer ben ik na Brest verder naar het oosten gefietst. Uiteindelijk ben ik op een Camping Municipal terechtgekomen waarvan ik me afvraag of deze open was op niet. Er is in ieder geval nooit iemand langsgekomen om het kampeergeld op te vragen. Woensdag ging tenslotte voornamelijk over het jaagpad langs het Canal du Brest-Nantes. Het eerste stuk was vol kuilen, totdat ik een aantal vrachtwagens en bulldozers voorbij was en ik waarschijnlijk de eerste gebruiker van een nieuwe gladde gravellaag was.