De dag dat ik Cork uitfiets besluit ik niet naast het hostel te gaan ontbijten, maar wat in de stad te gaan zoeken. Dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan, en uiteindelijk zit ik bijna 30 kilometer verderop dan eindelijk toch aan het ontbijt. Doordat ik nog steeds relatief dichtbij de tweede stad van Ierland zit zijn de wegen nog redelijk druk.
Onderweg kom ik langs Middleton, waar de distillerij van Jamesons Whiskey zit. Volgens het bord dat buiten staat is de volgende rondleiding pas over 2 uur, maar ik ga toch even binnen kijken. Daar blijkt dat ze vanwege het pinksterweekend extra rondleidingen doen en dat ik meteen met een daarvan mee kan. Na Highland Park tijdens de North Sea Cycle Route en Bushmills twee jaar geleden is dit dus de derde distillerij die ik van binnen zie. De rondleiding wordt afgesloten met een proeverij en vergelijking van een Schotse Whisky, een Amerikaanse Bourbon en natuurlijk Jamesons. Eerlijk gezegd ben ik toch meer liefhebber van de Schotse variant. Tenslotte werd er nog een glas Jamesons geschonken. De volgende dertig kilometer naar de camping waren een stuk zwaarder dan de 50 kilometer die ik in de morgen had gefietst, en dat lag niet aan de heuvels.
Intussen begon het weer een beetje om te slaan. Op weg naar de bed and breakfast had ik een aantal buien, maar de volgende dag was het de hele dag nat. Helaas moest ik die dag wel honderd kilometer fietsen, want ik kon geen andere accomodatie vinden. De b&b’s waren veel te duur, het enige hostel op de route was definitief gesloten en andere campings waren er niet. Gelukkig kon het ontbijt vroeg geserveerd worden waardoor ik toch tegen vijf uur op de camping aankwam. De route was weer erg mooi, door de lage passen van de Wicklow Mountains heen. Op de camping bleek helaas mijn achterband voor de derde keer leeg te zijn. De avond kwam toch nog helemaal goed toen mijn Poolse buren me uitnodigden voor een barbecue onder de brug, want dat wat de enige redelijk droge plek.
Via nog een stuk door de bergen en daarna drukke kustwegen fiets ik uiteindelijk naar Dublin. Onderweg kom ik gelukig nog een fietsenwinkel tegen, dus ik sla maar weer een nieuwe voorraad binnenbanden in. De oorzaak van de lekke banden heb ik nog steeds niet gevonden, maar ik word steeds sneller in het vervangen van de band. In het centrum van Dublin zijn ze zo’n beetje op elke weg aan het werk. Ik besluit maar over de stoep te gaan lopen met de fiets in de hand, want de weg is veel te druk en te onoverzichtelijk.
Bij het hostel blijkt dat er geen plek is om de fiets te stallen – ik dacht echt dat ik dat vantevoren gecontroleerd had. Gelukkig blijkt een paar panden verderop een toeristeninformatiewinkel met bagagebewaarpunt te zitten waar ze voor 5 euro per dag mijn fiets wel in de kelder willen zetten. In Dublin hang ik vooral de toerist uit, bezoek ik wat pubs en ga ik naar het vissersdorpje Howth waar prima visrestaurants zitten en een mooie kliffenwandeling te maken valt. Halverwege de wandeling begint het weer te stortregenen, en die regen zal nog ruim een dag aanhouden.
Tenslotte haal ik op vrijdag mijn fiets weer op en fiets ik naar de haven waar ik de boot naar Holyhead, Wales neem. Ik heb de snelle ferry geboekt die er maar tweeeenhalve uur over doet. De tijden daarvan kwamen beter uit, en het scheelde maar vijf euro. Op de boot kan ik het geld in de portemonnees weer wisselen, ik mag weer gaan betalen in Engelse ponden.