Inishmore bezoeken was zeker geen verkeerd idee. Met het weer had ik enorm veel geluk, en het eiland is ruig, leeg en mooi. Ik was wel zo’n beetje de enige op het eiland met een eigen fiets, de fietsverhuurders doen goede zaken. Ook heb ik alle geocaches op het eiland gevonden. Allebei.

Vrijdagmiddag heb ik de andere boot genomen naar Doolin. Anders dan de snelle draagvleugelboot op de heenweg was dit een ‘echte’ boot die veel langzamer was en veel meer het idee gaf dat je echt op zee zat. Vlakbij Doolin zijn de Cliffs of Moher, ruige kliffen met heel veel touringcars met nog veel meer toeristen. De route ging er niet langs, maar aangezien ik toch in de buurt was kon ik het niet laten om er toch heen te gaan.

Bij gebrek aan campings in dit deel van Ierland ga ik ’s avonds weer naar een hostel, deze keer in Kilrush. Daar blijken vaak dolfijnen te zien te zijn, maar ik heb geen geluk tijdens een avondwandeling. Het landschap wordt inmiddels steeds heuvelachtiger waardoor het uitzicht steeds mooier wordt. Zeker omdat het op een enkele bui na fantastisch mooi weer is.

Aangezien ik elke dag minimaal een geocache wil loggen moet ik af en toe wat omrijden omdat niet alleen campings schaars zijn hier. Op maandag is dat helemaal niet erg, want het uitzicht vanaf de heuvel waar de cache van de dag ligt is spectaculair. Hetzelfde spiegelgladde meer waar ik al even langsfietste, maar dan in zijn geheel te zien. 

De overnachting van die dag is nogal apart. Volgens het boekje is er een kampeerplek bij de Climbers Inn bij Glencar. Dat blijkt niet helemaal gelogen te zijn. Achter de kroeg waar een stokoude vrouw achter de tap staat is een veld met gras dat al zeker een jaar of twee niet gemaaid is. Voor vijf euro mag ik daar staan. Er is een toiletgebouwtje bij, maar het douchen kan ik beter binnen in de B&B doen want de douche in het gebouwtje wordt waarschijnlijk niet warm, volgens oma. Later komen er nog een paar Franse wandelaars die ook kamperen. Tegen hen wordt niet verteld dat ze de douche binnen moeten gebruiken waardoor ze voor een paar euro een koude douche hebben. 

 

Tijdens de laatste dag die vooral zuidwaarts gaat fiets ik over twee passen. De eerste is, ondanks de motregen, enorm mooi. De tweede vind ik wat minder, want de weg is een stuk drukker en langs de hele weg staan muurtjes waardoor het uitzicht veel minder goed te zien in. Drukker is overigens relatief, ongeveer om de vijf minuten komt er een auto langs. Tenslotte stop ik in Ballylickey op een camping met de mooiste plek tot nu toe, direct aan de baai.

Na nog een dag fietsen langs steeds drukkere wegen kom ik uit in Cork waar ik twee nachten blijf. Onder het genot van een pint red ale plan en boek ik de laatste ruime week in Ierland. Ook het volgende stuk zijn er weinig campings dus boek ik alvast een B&B, want op de bonnefooi iets vinden gaat vast lastig worden in het pinksterweekend. Ook regel ik vast een hostel in Dublin en de boot naar Wales. De dag sluit ik af in een pub met traditionele Ierse livemuziek.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *