We verzamelen ons bij de lokale VVV. Vanaf daar lopen we naar de skilift. Onze groep wordt gedomineerd door een grote groep Zwitserse pensionado’s. Al vrij snel word ik een beetje kribbig van de meute en probeer een beetje afzijdig te lopen.
Bij het liftstation krijgen we grote geïsoleerde overalls aan. Ik had het zonder al bloedheet. Maar volgens de liftoperator een must om verder te mogen. Safety first, dus ik hijs me in het warme ding.
We gaan met de lift naar boven. De rit duurt ruim een half uur. Het is een open lift met tweepersoons stoelen. De lift is gebouwd in 1966 om wetenschappers naar boven te brengen die de bijzondere fauna te bestuderen. Er groeien hier namelijk meer bloemen dan elders boven de poolcirkel, vanwege de soort grond hier.
Vervolgens ging men ook wandelaars naar boven nemen en daarna ook skiërs. De lift doet het nog steeds goed, is de langste en oudste van Zweden en volgens mij ooit een dieselding geweest, nu een elektrische variant.
Eenmaal boven lopen we een stukje weg van het Aurora skystation. Glibberen en glijden in het donker, dus ik ben blij dat ik mijn wandelstokken mee heb genomen.
Het is bewolkt maar af en toe zien we sterren en een witte schim. Dat zou dan het noorderlicht moeten zijn. Het is mooi, maar er is weinig te zien. Toch geniet ik van de rust, omdat de Zwitsers naar het Skystation zijn vertrokken. Uiteindelijk vertrekt onze gids Peter ook naar het Skystation, om een presentatie over het noorderlicht te geven. Binnen is het moordend heet en ik zie alle bezoekers met hun dikke overalls aan zitten. Peter doet de presentatie in zijn t-shirt. We geloven het wel en nemen de lift naar beneden. We genieten van de rust en het rustige gezoem van de stoeltjeslift. We lopen over het verlichte wandelpad terug naar de auto.
Vanmorgen staan we nog net op tijd op om te kunnen ontbijten. Daarna gaat Marc boodschappen doen en rommel ik nog wat op de kamer. Als hij terug is, pakken we de auto en gaan we wat wandelingen doen. Eerst op een klein schiereiland in het meer, daarna naar Abisko Canyon. Ik ben nog steeds geblesseerd (verdraaide knie vlak voor de vakantie) maar de rust tot dusver doet mijn knie goed. De natuur is prachtig, schitterende uitzichten en het is vandaag fantastisch weer.
Rond het middaguur wil ik mijn knie wel weer wat rust gunnen, dus gaan we weer naar het hotel. We lunchen in de lobby en lezen wat. Daarna roept mijn bed me toch heel hard voor een middagdutje. Ik word zó moe van dat koude weer! Terwijl ik lekker lig te lezen en in slaap val, duikt Marc de sauna in. Als ik drie keer in mijn slaap de wekker heb uitgezet, maakt Marc me wakker. We spelen spelletjes in de lobby. Een heerlijk rustige dag. We kletsen wat over het gekke fenomeen dat het rond 14 uur het begint te schemeren. Maar die periode totdat het donker is, duurt echt heel lang.
Na het heerlijke eten worden we er door de ober op geattendeerd dat het noorderlicht zichtbaar is. In ene valt het me op dat alle gasten zijn verdwenen. We kleden ons aan en lopen naar de helilandingsplaats, vlak naast het hotel. Het ziet er heel anders uit dan op foto’s, maar het blijft een bijzonder fenomeen. We zien er, ondanks de lichtvervuiling van het dorp, veel meer van dan gisteren op de berg. De foto’s lukken niet echt dus blijven we vooral veel kijken.
Ik zou er uren naar kunnen kijken, behalve dat we het koud krijgen bij -15 stil staan om naar de lucht te kijken, dus na een uurtje vertrekken we weer naar binnen.









