Onderweg ben ik meerdere fietsers tegengekomen die klaagden dat de hoogteprofielen totaal niet klopten. Dat bleek alleen voor kaartje 1 te gelden, maar als dat je begin is heb je natuurlijk niet veel vertrouwen in de rest. Twee heuvels van zo’n 800 meter bleken er drie te zijn van 700, 950 en ruim 1100 meter. Helaas regende het op die dag veel. Gelukkig was dat echter vooral in de middag toen ik in een restaurant kon schuilen en ’s avonds toen ik mijn tent al op had gezet op de camping van Osór.
Daar was net een dorpsfeest geweest, maar dat heb ik gemist. Wel werd er in de bar van de camping nog nagefeest en vooral nagedronken. Daar deed ik wel aan mee. Er waren verrassend veel mensen die Engels spraken, dus een gesprek lukte zo waar een keer. Wel ben ik blij dat ik niet meer hoefde te fietsen, want er werd na een biertje of 10 nog gewoon met de auto naar huis gereden door de bewoners van de omliggende dorpen.
De volgende dag was het wel weer lekker weer. Via een zo goed als vlakke route ben ik naar Figueres gefietst. Rond lunchtijd ben ik geen restaurants tegengekomen, maar dat heb ik ’s avonds goedgemaakt door samen met mijn Nederlandse buren op de camping, in de stad gezellig te gaan eten. Op dinsdag begon de fietsdag pas laat, want eerst heb ik het Dalí-museum in Figueres bezocht. Daarna heb ik mijn laatste Spaanse maaltijd op de Rambla van de stad op, om vervolgens naar Frankrijk te fietsen.
Aangezien Figueres aan een alternatief van de route lag moest ik eerst weer op de goede weg zien te komen. Ik kon natuurlijk de beschrijving volgen, maar ik zag een fietspad langs een riviertje dat ook op de route uitkwam. Er was natuurlijk een reden dat die weg niet in het boekje stond. Behalve dat hij erg mooi was, was hij ook erg ongeschikt voor volbepakte fietsen. De keien gingen nog wel, maar bij een stenen en een metalen trap moesten echt de tassen eraf en moest de fiets respectievelijk omhoog en omlaag gesjouwd worden.
Daarna kwam een pasje van 700 meter. Bovenop was de grens van Spanje en Frankrijk. Anders dan aan het wegdek kon je dat trouwens niet zien, er stond geen enkel bord. Nadat ik langs een kloof naar beneden was gereden eindigde ik op de camping municipal van Maureillas-las-Illas, ondanks de naam toch echt in Frankrijk. Daar ontmoette ik een Vlaming die met een oude Engelse legerwagen met bijbehorende aanhanger van Ierland naar Spanje onderweg was. Het was een gezellige avond.